Regenwater opvangen en gebruiken

De moderne systemen voor regenwatergebruik, dus om regenwater te gebruiken voor toiletspoeling, wasmachine en tuin, vonden hun oorsprong in Duitsland. Begin jaren 90 van de vorige eeuw werden de eerste bedrijven opgericht, die dergelijke systemen seriematig begonnen te produceren. Hun gezamenlijke productie groeide de afgelopen jaren gestaag.

In Vlaanderen nam het gebruik van regenwater echter een enorme vlucht, toen de wetgever in januari 2005 regenwatersystemen bij nieuwbouw verplicht stelde. Iedere woning in Vlaanderen die sindsdien gebouwd is, heeft dus een regenwatersysteem. Dat betekent, dat er, alleen al in Vlaanderen, honderdduizenden regenwaterputten operationeel zijn.

In vergelijking met België en Duitsland, stelt het aantal toiletten dat in Nederland met regenwater gespoeld wordt, niet zoveel voor. Regenwatergebruik is in Nederland relatief onbekend. En eigenlijk is dat best vreemd, want als er nou één land is dat daar behoefte aan heeft, dan is het Nederland.

Figuur 1: Systeem voor regenwatergebruik.

Waarom een regenwatersysteem met regenwatergebruik?

De reden waarom de Vlaamse wetgever regenwaterputten verplicht stelde, ligt op het eerste gezicht niet erg voor de hand. Men zou denken dat men regenwater ging gebruiken om drinkwater te besparen, maar het had een hele andere reden. De typische lintbebouwing die het Vlaamse landschap zo kenmerkt liep namelijk eerder tegen de grenzen van de capaciteit van het rioolstelsel aan, dan in Nederland het geval was.

De jarenlange invlechting van extra woningen had als gevolg, dat er een toename van het verharde oppervlak ontstond, dat op het rioolstelsel aangesloten moest worden. Dat, in combinatie met de toename van het aantal extreme regenbuien, had tot gevolg dat Vlaanderen steeds vaker te maken kreeg met lokale wateroverlast bij extreme neerslag.

Men zocht de oplossing in het vergroten van het bufferend volume in het watersysteem. En daar waar wij in Nederland veelal de neiging hebben om de oplossingen aan het einde van de buis te zoeken, deed men dat in Vlaanderen aan het begin van het watersysteem, direct onder de regenpijp, op het perceel zelf.

Maar heeft een regenwatersysteem dan zoveel effect als waterberging?

Het gebruik van regenwater als oplossing tegen wateroverlast wordt in de Nederlandse watersector nogal eens gebagatelliseerd. Het wordt vaak afgedaan als duur en weinig effectief. Dus hoogste tijd om eens cijfermatig te analyseren of die Belgen het echt zo verkeerd doen.

Dat kunnen we becijferen met de software van Dr. Ir. Vincent Wolfs die als civiel ingenieur verbonden was aan de Universiteit Leuven. Hij heeft software ontworpen, waarmee watertechnische maatregelen bij een gebouw gesimuleerd kunnen worden.

Als we in die software een typisch Nederlands huis invoeren met een dakoppervlak van 80 m2, zien we dat dit huis de komende 100 jaar ongeveer 3.922 m3 regenwater zal gaan lozen met een piek van 1,6 liter per seconde.

Als we dat huis vervolgens voorzien van een regenwaterput van 7.500 liter en er 2,7 bewoners in laten wonen die het gefilterde regenwater gebruiken voor wasmachine, toiletspoeling en tuin, dan zien we het gedrag van dit huis in het watersysteem fundamenteel veranderen.  

De komende 100 jaar zal dit dak dan geen 3.922 m3 regenwater op het watersysteem lozen, maar slechts 72 m3. Dus de hoeveelheid afgevoerd regenwater is hiermee enorm afgenomen. Maar de simulatie leert ons nog meer: de maximale afvoer is ook gezakt, die ging van 1,6 L/sec naar 0,3 L/sec. Dus de kans dat dit huis wateroverlast veroorzaakt is vele malen kleiner. We kunnen dus met een gerust hart stellen dat die Belgen zo gek nog niet zijn.

Figuur 2: Simulatie van 80 m2 dakoppervlak zonder regenwatergebruik.
Figuur 3: Simulatie van 80 m2 dak met regenwatergebruik.

Ook besparen met regenwatergebruik?

Maar hoe dan? Waar schuilt het geheim?

Spelenderwijs komt men met de simulatiesoftware tot de nodige inzichten. Er blijken namelijk twee hele belangrijke voorwaarden te zijn om een regenwatersysteem met regenwatergebruik zinvol of juist zinloos maken. Dit zijn de twee belangrijke uitgangspunten:

Het volume van de regenwaterput

Het blijkt dat het bergende volume van de regenwatertank groot moet zijn om een zinvolle rol in het watersysteem te vervullen. Een kleine tank is immers snel vol en bij een volle regenwaterput stroomt er net zoveel water uit als dat er in stroomt. Een kleine tank is dus snel vol en vanaf dat moment zinloos als waterberging.

Waterverbruik

Indien het gefilterde regenwater voor veel toepassingen gebruikt wordt, wordt er in de praktijk veel en vaak aanspraak op het volume in de regenwatertank gemaakt. Dus hoe meer verbruik, hoe minder vaak de tank vol is. En een tank die niet vol is, loost tijdens een regenbui niets op het watersysteem.

Een minimaal volume definiëren in de Wet?

De Vlaamse wetgever was zich van beide voorwaarden bewust. Ze hebben daarom een minimaal volume in de wet gedefinieerd. Bij woningbouw dient de regenwaterput minimaal 5.000 liter volume te hebben, groter mag. Bij utiliteitsbouw is er een variabel volume, dat wil zeggen als functie van het dakoppervlak. Er dient een regenwaterput geplaatst te worden van 50 liter / m2 dak.

Productie van regenwaterput.

Bovendien moet de regenwaterput ook daadwerkelijk gebruikt worden. Enkel een tuinkraan aansluiten is niet voldoende, dus men eist volwaardig regenwatergebruik. Een regenwatertank die enkel gebruikt wordt voor het besproeien van de tuin, heeft niet veel nut. Het gebruik is dan immers beperkt tot een paar maanden per jaar, maar zeker niet het hele jaar door. Dus die putten zijn vaak vol, en dus zinloos als waterberging. De wet spreekt daarom van verplichte aansluiting van “dagelijkse gebruikers”, dat wil zeggen toilet en/of wasmachine.

De Vlaamse wetgever voorziet, dankzij deze wet, het rioolstelsel dus van heel veel, en hele grote waterputten waaruit dagelijks water onttrokken wordt.

Wat is het bijkomend voordeel van regenwatergebruik?

Het primaire doel van regenwatersystemen en regenwatergebruik was dus het creëren van waterbergingen om wateroverlast tegen te gaan. De gebruiker zelf heeft een heel ander voordeel. Door gefilterd regenwater te gebruiken voor wc’s, wasmachine en tuin in plaats van drinkwater wordt er een serieuze drinkwaterbesparing gerealiseerd. Een gemiddelde woning kan daarmee ca. 50% op de drinkwaterrekening besparen. En dankzij het grote volume van de regenwaterputten is het watersysteem ook bij langere periode van droogte in staat om lang in water te blijven voorzien.

Is “het Vlaamse systeem” het ei van Columbus?

De Vlaamse wet realiseert grote waterbergingsvolumes die wateroverlast voorkomen. Bovendien wordt er een drinkwaterbesparing gerealiseerd van 50%. Vooral in gebieden waar de drinkwatervoorziening niet is aangewezen op rivieren, maar op geboorde waterbronnen biedt dat laatste extra voordelen. Er wordt dankzij regenwatergebruik veel minder drinkwater gebruikt, en dus minder water uit de bodem onttrokken. Regenwatergebruik gaat dus de verdroging van de bodem tegen. Maar om het dan te benoemen als “het ei van Columbus” is nog een stap te ver. Maar die stap kunnen we wel zetten. Als men de Nederlandse wet op een juiste manier in de praktijk vorm geeft dan komen we wel in de buurt van die perfectie.

waterverbruik kan ook met regenwater

Hoe zit dat dan in de Nederlandse wet?

De Nederlandse waterwet legt de verantwoordelijkheid voor hemelwater primair bij de perceeleigenaar. Tot zover is de wet heel duidelijk. Alleen als het (technisch) niet redelijk is om van die perceeleigenaar te verlangen het hemelwater af te voeren, kan er aanspraak gemaakt worden op de zorgplicht van de gemeente. Men kan zich echter voorstellen dat men jarenlang kan discussiĂ«ren over wat redelijk is en wat niet.

Die zogenaamde zorgplicht waar een perceeleigenaar zich dan eventueel op zou kunnen beroepen is een voorziening die de gemeente de perceeleigenaar moet aanbieden waar het hemelwater in geloosd kan worden. Het is vervolgens aan de gemeente welke voorziening dat is.

Dus in vergelijking met de Vlaamse wet is de Nederlandse wat “wazig” en legt een groot deel bij de praktische invulling bij de gemeente.

In de praktijk zien we steeds vaker dat een gemeente een verplichte bergingseis oplegt. Als voorbeeld de gemeente Terneuzen, die eist bij nieuwbouw dat er 75 mm bergingscapaciteit gerealiseerd moet zijn. Dus als men daar een dakoppervlak van 100 m2 wil realiseren moet men 7.500 liter bergingscapaciteit bouwen. Hoe dat praktisch vorm krijgt mag men zelf weten, een blauw dak, infiltratiekratten, infiltratieputten, regenwatertanks, wadi etc. Het is allemaal goed, zolang het maar dat minimale volume heeft. Sommige gemeenten eisen nog een aanvullende minimale ledigingstijd, maar meestal komen de verschillende gemeentelijke hemelwaterverordeningen op het bovenstaande neer.

regenwatergebruik met regenwatertanks

In de praktijk zien we dat het verplichte volume gebouwd wordt met infiltratieboxen die voorzien in het vereiste volume en vervolgens het regenwater langzaam aan de bodem afgeven. Maar de bodem moet daartoe wel in staat zijn. In grote delen van Nederland is dat met hoge grondwaterstanden of klei- en leemgronden niet het geval. Dus technisch gezien is het vaak lastig om de wettelijke theorie om te zetten in de praktijk van de bouw. Bovendien zien we in de praktijk dat veel perceeleigenaren het nut er niet van inzien, ze hebben er zelf immers geen direct profijt van.

Daarnaast zien we de laatste jaren dat ook droogte en waterbesparing een steeds grotere rol gaan spelen. De Vewin, Vereniging van Waterleidingbedrijven, riep zelfs al op om waterbewust te gaan bouwen en regenwatergebruik op te nemen in het bouwbesluit. En het Nederlandse model zoals het er nu ligt beperkt zich tot het bouwen van volume, dus lijkt ingegeven te zijn om wateroverlast tegen te gaan bij extreme neerslag.

Dus wat let ons om het Vlaamse model over te nemen en dat verbeteren?

Eigenlijk niks, dus laten we dat eens doen;

We bouwen regenwaterputten op basis van het geëiste volume van de gemeente en vervolgens gaan we dat water gebruiken. Maar die regenwaterput voorzien we ook van een vertraagde afvoer, die langzaam en gedoseerd het overtollige regenwater afgeeft aan het gemeenteriool. Dus als de regenwaterput vol is, stroomt het er niet heel snel uit maar het sijpelt langdurig en langzaam naar de gemeentelijke hemelwaterafvoer. Dat maken we vervolgens in de vorm van infiltratieriool of wadi’s. Dat betekent dus dat we het regenwater zoveel mogelijk gebruiken en het overtollige regenwater lokaal infiltreren.

Dit watersysteem zorgt dus voor waterberging, waterbesparing en aanvulling van de grondwaterreserves.

Figuur 7: regenwaterput waar het onderste deel voor regenwatergebruik is, het middelste deel voor infiltratie en het bovenste deel tijdelijke waterberging met vertraagde afvoer.

De gemeente voldoet hiermee aan haar zorgplicht en de perceeleigenaar zelf ervaart er ook profijt van omdat zijn waterfactuur met 50% gereduceerd is. Oftewel: een klimaatadaptief watersysteem met een breed draagvlak. Dit watersysteem is in balans, zoals de natuur het zelf ooit bedoeld heeft.

Mis niets en meld je aan op de nieuwsbrief

    Klantenservice van 8.30h tot 17.00h

    We staan je graag te woord bij vragen over onze producten, systemen of oplossingen.

    Marktleider met 25 jaar ervaring

    Wij adviseren, leveren, monteren en onderhouden voor particulieren, tussenhandel en overheden.

    Voor 14.00 uur besteld = vandaag verzonden

    Bestel je voor 14.00 uur, verzenden we jouw bestelling dezelfde dag.

    Neem contact op met GEP

    Heeft u behoefte aan informatie, advies of een systeem op maat? Berekening van het volume van de regenwaterput, of de capaciteitsberekening van uw regenwaterpomp? Een berekening volgens Breeam? Neem dan contact met onze adviseurs op en u ontvangt van ons een offerte voor uw specifieke watersysteem.

      Laat een antwoord achter