Hemelwaterverordening met ledigingstijd; het nut van een (grote) regenwaterput!
Ons klimaat is aan het veranderen; het wordt warmer en we krijgen steeds vaker te kampen met extreem weer. We ervaren langere periodes van droogte, maar ook meer piekbuien en veel regenwater in een korte tijd. Het gevolg van deze extreme neerslag is, in combinatie met de verstedelijking, dat ons huidige watersysteem niet meer toereikend is om die grote hoeveelheden regenwater af te voeren zonder wateroverlast.
Om een klimaatadaptief watersysteem te creëren, heeft de wetgever vastgelegd dat het gemeentelijk rioleringsplan een hemelwaterverordening moet bevatten. Deze geeft aan hoe er in de betreffende gemeente met regenwater omgegaan moet worden. De zorgplicht voor dat regenwater ligt daarbij primair bij de perceeleigenaar en niet langer bij de gemeente. De perceeleigenaar mag pas aanspraak maken op de zorgplicht van de gemeente als “alles wat er van hem/haar technisch verwacht kan worden, is toegepast”.
Dat betekent dus dat de perceeleigenaar de inzameling en verwerking van regenwater zelf moet regelen en slechts de overloop mag lozen op het gemeentelijk watersysteem of terrein. Het doel van dit bergingsvolume is om wateroverlast bij extreme neerslag te voorkomen. Als ieder perceel in een eigen grote waterberging heeft, dan hebben al die percelen samen een immens waterbekken wat het watersysteem ontlast tijdens piekbuien. Dat is de theorie achter de juridische wetgeving.
In de praktijk wordt de technische beschrijving in de hemelwaterverordening vaak omschreven in de vorm van een zogenaamde bergingseis, meestal als functie van het dakoppervlak. Zo eist de gemeente Amsterdam bijvoorbeeld 60 mm en Terneuzen 75 mm. Dus als in Terneuzen een dak gebouwd wordt van 100 m2, dan dient er 7.500 liter bergingsvolume gecreëerd te worden. Hoe die verplichte hemelwaterberging vormgegeven moet worden, wordt meestal niet vastgelegd in de juridische beschrijving in de hemelwaterverordening. Dat laat de wetgever meestal over aan de perceeleigenaar.
Figuur 1: praktische mogelijkheden voor hemelwaterbergingen conform de hemelwaterverordening, infiltratie, zakputten retentie, vertraagde afvoer, regenwaterput, infiltratieplaten.
“Een volle regenton stroomt aan de overloop net zo hard over als dat het erin stroomt, dus een volle waterberging dient geen enkel nut” zo is de redenering van menig ambtenaar en beleidsmedewerker. Eigenlijk is dat niet zo’n rare gedachte, een regenton wordt in de herfst en winter vaak niet tot nauwelijks gebruikt. Dus dan zal deze 99,9% van de tijd inderdaad vol zijn en dus geen enkele liter bergend volume aan het watersysteem toevoegen. Vanuit die visie stellen sommige gemeenten aanvullend op de bergingseis voor hemelwater nog een extra eis; de zogenaamde “ledigingstijd”.
Veelal is die ledigingstijd van de hemelwaterberging vastgesteld op 2 tot 4 dagen. Zo probeert de overheid zeker te stellen dat het bergingsvolume na 4 dagen echt leeg is en dus als bergend volume meegerekend kan worden in het watersysteem. Dus “nooit te maken krijgen met volle regentonnen”, zo lijkt het devies.
Maar is dat bij volwaardig regenwatergebruik ook het geval? En geldt dat ook in de praktijk bij een regenwaterput waaruit men dagelijks water onttrekt voor gebruik binnenshuis?
In Vlaanderen geldt er al sinds 2005 een verplichting voor een regenwaterput. Dit jaar heeft de Belgische overheid de eisen nog eens aangescherpt. De insteek van de Vlaamse wetgever is vrij eenvoudig: “zorg voor een grote put met dagelijks gebruik, dan is de kans dat de put vol is, gering”. Dus in België heeft men kennelijk meer vertrouwen in een regenwaterput als berging zo lijkt het. Als dagelijkse gebruikers worden toiletten en wasmachines gezien, een tuinkraan dus niet.
Figuur 2: regenwatertanks in alle soorten, de hemelwaterverordening schrijft voor hoe groot het volume moet zijn, maar niet welk type regenwatertank er verplicht is.
Het idee hierachter is als volgt; een regenwaterput, waar iedere dag water uit onttrokken wordt, is in principe nooit vol wanneer het begint te regenen. En als die regenwatertank dan ook nog eens een groot volume heeft, is de kans groot dat het lang duurt voordat de tank uiteindelijk 100% gevuld is en begint te lozen op het rioolstelsel. Maar is dat ook echt zo? Werkt die praktische insteek ook in theorie? Dr. Ir. Vincent Wolfs, verbonden aan de Universiteit van Leuven, kan antwoord geven op die vraag.
Dat wil zeggen de software die hij mede ontwikkeld heeft. Deze stelt ons in staat om een kavel virtueel te voorzien van een aantal berekeningswaarden; het bepaald dakoppervlak, tankvolume en waterverbruik. Hiermee kunnen we vervolgens analyseren wat de impact van die regenwatertank en het regenwatergebruik is op de omgeving. De uitkomsten leren ons het volgende: wat de drinkwaterbesparing is, de hoeveelheid afstromend regenwater en de piekintensiteit na plaatsing van dergelijke regenwatertank. En daarmee kunnen we analyseren of die hemelwaterverordening, en met name die ledigingstijd, zin heeft. Dus laten we daar eens naar kijken in de volgende situaties…
1. Situatie van een huis zonder hemelwaterverordening, zonder ledigingseis en zonder regenwatertank.
Stel dat we een gemiddelde woning hebben van 80 m2 dakoppervlak en we doen daar niks. Het regenwater stroomt direct het gemeentelijke watersysteem in stroomt vanaf het perceel. We zien in de simulatie dat deze woning de komende 100 jaar ca. 9.612 keer zal lozen, waarbij het totaal geloosde hoeveelheid water 3.922 m3 bedraagt. De intensiteit waarmee dat regenwater zich in het gemeenteriool stort, bedraagt maximaal 1,6 liter per seconde. En dat doet zich statistisch gezien eenmaal in de 20 jaar voor.
Die laatste waarde is zeer relevant, want die bepaalt feitelijk de kans op wateroverlast. Het watersysteem heeft namelijk geen probleem met geringe waterafvoer, maar wel met extreme aanvoer.
2. Situatie huis met hemelwaterverordening, dagelijks watergebruik en regenwatertank van 1.500 liter.
Laten we de bovengenoemde resultaten eens als basis nemen en dan kijken wat de impact is van een regenwatertank. We beginnen met een tank van 1.500 liter volume en halen daar 128 liter per dag uit. Die dagelijkse wateronttrekking uit de regenwatertank komt overeen met een gemiddeld (alternatief) waterverbruik van 2,7 personen. Laten we eens kijken, wat de simulatie dan voor uitkomsten heeft.
Conclusie: Hemelwaterverordening met regenwatertank van 1.500 liter en volwaardig regenwatergebruik.
Bij een regenwatertank van 1.500 liter en dagelijks gebruik voor toilet en wasmachine, zien we dat de impact op de hoeveelheid lozing groot is. Er wordt 3.177 m3 (gefilterd) regenwater gebruikt (lees: 3.177 m3 drinkwater bespaard) en de hoeveelheid regenwater die dit kavel loost, daalt van 3.922 m3 naar 745 m3 per 100 jaar. Dus een regenwatertank van 1.500 liter, met dagelijkse wateronttrekking, zet zoden aan de dijk, wat waterbesparing en de hoeveelheid te verwerken regenwater betreft.
Kijken we echter naar de piekintensiteit van de afvoer, zien we een reductie van 1,6 l/sec naar 1,5 l/sec. Dus een dergelijke waterberging ter voorkoming van wateroverlast biedt niet zoveel verlichting op het rioolnet. De kans op wateroverlast blijft nagenoeg hetzelfde, vergeleken met de optie “niks doen”.
3. Situatie huis met hemelwaterverordening, dagelijks watergebruik en regenwatertank van 3.000 Liter.
Oké, we houden het waterverbruik hetzelfde, maar we vergroten het volume van de regenwatertank naar 3.000 liter en gaan dan eens kijken naar de uitkomsten van de computersimulatie.
Conclusie: Hemelwaterverordening met regenwatertank van 3.000 liter en volwaardig regenwatergebruik.
Bij een regenwatertank van 3.000 liter en dagelijks regenwatergebruik, zien we dat de impact op de hoeveelheid lozing groot is. Er wordt 3.557 m3 regenwater gebruikt en de hoeveelheid regenwater die dit kavel loost, daalt naar 365 m3 per 100 jaar. Dus ook hier zien we dat een regenwatertank van 3.000 liter met dagelijkse wateronttrekking, een grote bijdrage levert op het gebied van waterbesparing en de hoeveelheid te verwerken regenwater.
Kijken we vervolgens naar de piekintensiteit van de afvoer, dan zien we een reductie naar 0,8 l/sec. In vergelijking met de “niks doen” variant is dat een halvering. Dit gaat de goede kant op, we zijn nu op weg naar serieuze oplossingen!
4. Situatie huis met hemelwaterverordening, dagelijks watergebruik en regenwatertank van 15.000 liter.
We zijn lekker bezig! We gaan de tank nog groter maken, laten we een regenwaterput van maar liefst 15.000 liter nemen!
Conclusie: Hemelwaterverordening met regenwatertank van 15.000 liter en volwaardig regenwatergebruik.
Wow! Een regenwatertank van 15.000 liter heeft een gigantische impact op ons watersysteem! Bij een regenwatertank van 15.000 liter en dagelijks regenwatergebruik zien we dat de impact op de hoeveelheid lozing enorm groot is. Er wordt maar liefst 3.912 m3 regenwater gebruikt en de hoeveelheid hemelwater dat van het perceel af stroomt, is met 4 m3 in 100 jaar, 4 emmers water per jaar, verwaarloosbaar klein.
Regenwatergebruik met een grote regenwatertank is dé oplossing!
Op basis van bovenstaande gegevens kunnen we gerust stellen dat de footprint van deze kavel nihil is. Dus de oplossing lijkt gevonden!
Maar wellicht is 15.000 liter iets aan de grote kant, dus laten we op zoek gaan naar “de gulden middenweg”. We gooien daarvoor een paar verschillende tankvolumes door de simulator en zetten de uitkomsten op een rijtje om te kijken wat het optimale tankvolume is. Hierbij gaan we uit van het optimaliseren van de afvoer qua hoeveelheid en qua intensiteit.
De uitkomsten van die verschillende simulaties staan in de onderstaande tabel.
Volume Regenwatertank in liters | Drinkwaterbesparing in m3/100 jaar | Afvoer in m3/100 jaar | Piekintensiteit in L/sec |
0 | 0 | 3.922 | 1,60 |
1.500 | 3.177 | 745 | 1,50 |
2.500 | 3.469 | 452 | 1,50 |
3.000 | 3.557 | 365 | 0,80 |
4.000 | 3.675 | 247 | 0,50 |
5.000 | 3.747 | 175 | 0,40 |
7.500 | 3.850 | 72 | 0,30 |
10.000 | 3.891 | 28 | 0,10 |
15000 | 3.912 | 4 | 0,10 |
Op basis van de uitkomsten in de bovenstaande tabel, zien we dat er al snel sprake is van een wezenlijke drinkwaterbesparing. Zelfs een kleine tank van 1.500 liter geeft al een grote drinkwaterbesparing. Als we de kans op wateroverlast echter serieus willen bestrijden (en dus piekintensiteit verlagen), moeten we de tank van 1.500 liter meer dan verdubbelen om de intensiteit te halveren.
Maar hoe verhouden de regenwatertanks in deze tabel zich met de hemelwaterverordening?
Stel dat we dit huis in Terneuzen willen gaan bouwen. Daar geldt 75 mm waterberging, dus ons dak van 80 m2 heeft in Terneuzen een regenwatertank nodig van minimaal 6.000 liter. De gemeente Terneuzen realiseert met hun hemelwaterverordening een reductie van de piekintensiteit van meer dan 75%. Daar is men dus goed bezig.
Amsterdam doet het iets anders, die eist 60 mm berging maar bij regenwatergebruik ligt de lat iets hoger, namelijk 90 mm. Dus daar zou ons huis van 80 m2, volgens de Amsterdamse hemelwaterverordening, een regenwatertank van minimaal 7.200 Liter moeten hebben. Dus daar is men ook goed bezig met de transitie naar een klimaat robuust watersysteem.
Er zijn echter ook gemeenten die aanvullende eisen aan het bergingsvolume stellen. Neem als voorbeeld de gemeente Middelburg, die eist:
Citaat uit Hemelwaterverordening van Middelburg: “De capaciteit van de hemelwaterberging op het perceel is ten minste 50 liter per m2 bebouwd oppervlak, met een minimum van 5.000 liter. Deze wordt zo ontworpen en in stand gehouden, dat deze weer voor 90% beschikbaar is tussen 6 en 9 dagen als het opgevangen hemelwater niet is bedoeld voor hergebruik , of 2 en 3 weken als het opgevangen hemelwater is bedoeld en daadwerkelijk wordt gebruikt voor hergebruik.”
En dan zijn er ook gemeenten die de waterberging ook nog willen automatiseren, zoals bijvoorbeeld de gemeente Rijswijk. Gemeente Rijswijk eist:
Citaat uit Hemelwaterverordening van Rijswijk: “50 liter per m² bebouwd oppervlak, plus 50 % van het onbebouwde oppervlak van het perceel. Vervolgens geldt een ledigingstijd, namelijk dat de hemelwaterberging zodanig ontworpen wordt dat deze weer voor 100% beschikbaar is binnen een ledigingstijd van 1 tot 2 dagen, als het opgevangen hemelwater niet is bedoeld voor hergebruik,
OF
binnen een ledigingstijd van 3 tot 4 dagen, als het opgevangen hemelwater is bedoeld voor hergebruik en de hemelwaterberging niet is voorzien van een geautomatiseerd systeem.
OF
tijdig voor de eerstvolgende bui, als het opgevangen hemelwater is bedoeld voor hergebruik en de hemelwaterberging is voorzien van een geautomatiseerd systeem.
Dus in Middelburg en Rijswijk geldt een verplicht volume Ă©n een verplichte ledigingseis. Hoe we die ledigingstijd willen invullen en we dat gaan automatiseren, laat ik even in het midden. Dat is in de praktijk namelijk niet zo eenvoudig, eerst maar eens een veel belangrijkere vraag beantwoorden. Voegt de verplichte ledigingstijd in de hemelwaterverordening iets toe?
Voegt de verplichte ledigingstijd in de hemelwaterverordening iets toe?
Laten we die vraag eens beantwoorden door ons huis ‘te bouwen’ in Rijswijk. Daar moet ons huis voorzien zijn van minimaal 4.000 liter en dan moeten we het kaveloppervlak ook nog meerekenen. Als we voor het gemak ervan uitgaan dat het huis 40% van het bouwkavel beslaat, komen we op een tank van meer dan 10.000 liter.
Als we dan in de tabel kijken, zien we dat deze regenwatertank vrijwel nooit zal overstorten. Onze tank zal in de praktijk zelden tot nooit vol zijn, dus ook zelden of nooit regenwater lozen. Dus waarom aanvullende eisen stellen voor een situatie die zich zelden voor doet? Als de tank groot genoeg is, dan is een ledigingstijd helemaal niet nodig.
Tenzij de wetgever meedenkt in het belang van de perceeleigenaar en automatisering veel goedkoper is dan een grote tank; dan is de verplichte ledigingstijd een welkom en vriendelijk gebaar van de gemeente. Dan zou er wel iets voor een aanvullende ledigingstijd te zeggen zijn.
Dus laten we de prijslijst er eens op naslaan. Als we daar een regenwaterput van 4.000 liter vergelijken met een put van 5.000 liter, dan is die laatste slechts € 30,00 duurder. En als ik een regenwaterput van 7.500 liter neem, in plaats van de 4.000 liter, is de meerprijs slechts € 324,00. Een grotere regenwaterput is dus helemaal niet veel duurder.
We hebben dus meer baat bij grote(re) regenwatertanks, dan bij complexe systemen met ledigingstijden en geautomatiseerde pompen en kleppen. Een grote regenwatertank dat tevens ingezet wordt voor dagelijks gebruik van het water, resulteert in een aanzienlijke waterbesparing. Daarnaast zorgt het voor een enorme reductie van de hoeveelheid water die het kavel af geeft en een aanmerkelijke verkleining van de kans op overbelasting bij extreme pieken in de neerslag.
De bovenstaande cijfers geven dat duidelijk aan. . . en cijfers liegen niet.
Foto: met grote regenwaterputten eenvoudig aan de hemelwaterverordening voldoen.